Nieuwsbrief:

Historie per merk

 
Historie van TRIUMPH
1883
1883: Bettman wordt Triumph
Siegfried Bettmann komt op zijn 20e in 1883 vanuit Nuremberg, Duitsland over naar Coventry in Engeland. Nadat hij een korte tijd werkzaam is geweest bij Kelly en Co. als beschrijvingsdekundige buitenlandse talen. Na zes maanden neemt hij een baan aan bij de White Sewing Machine Co. als vertalend correspondent. Een aantal maanden werkt hij ook als verkoper in Noord Europa.
In 1884 start hij S. Bettmann & Co. Import Export Agency in Londen. Hij verkoopt fietsen die gemaakt worden door Wm. Andrews maar met zijn eigen naam erop. Ze importeren ook Duite naaimachines en hebben een handelsonderneming voor andere Duitse fabrikanten.
De naam Triumph vervangt die van Bettmann. Bettmann vindt het een makkelijke naam die in veel landen wordt begrepen. Hij noemt het bedrijf nu "The Triumph Cycle Company'. Deze verandert weer in 1887 in New Triumph Ltd. en daarna naar Triumph Cycle Co. Ltd. Shares. Dit werd mede door Dunlop Tyre Company ondersteunt met een bedrag van 45000 pond, een astronomisch bedrag voor die tijd.
De Duitse mecanicien Mauritz Johann Schulte, ook afkomstig uit Nuremberg, wordt de juniorpartner van Bettmann. Hij is de man die Bettmann ervan weet te overtuigen dat het beter is om eigen producten te maken dan die van anderen te verkopen.

Een kleine fabriek in Much Park Street in Coventry heeft capaciteit om voor Triumph de fietsen te produceren. Coventry is Engelands belangrijkste fietsen-handelsstad. De opstartkosten van 650 pond komen grotendeels van Bettmann's ouders (500 pond) en Schulte's kennissen. Later wordt Dunlop een belangrijke investeerder in het bedrijf. In 1889 verhuisd het bedrijf naar Mch Park Street, Coventry. Hildebrand & Wolfmuller, een motorfabrikant, heeft Schultes belangstelling. Hij wil deze in licentie gaan vervaardigen en importeert er één om te testen en rijdt ermee om het Coventry stadion. In 1898 gaat ook Bettmann in de onderhandeling. Ditmaal met Beeston Humber Motorcycles and Tricycles. Men komt echter niet tot een overeenstemming.

Triumph fietsen
1902: In 1902 wordt de eerste Triumph geproduceerd
In 1902 wordt de eerste Triumph geproduceerd. Deze is ontworpen door Schulte. Men gebruikt een ééncilinder 2,25 pk motorblok van het Belgische Minerva met een automatische inlaatklep en een batterij-ontsteking gemonteerd in een fietsframe. Schulte experimenteerd ook nog met Fafnir en JAP motorblokken. Tijdens 1903 wordt het ge-upgrade Minervablok gebruikt. Deze zijklepper is van redelijk goede kwaliteit maar toch wordt besloten om over te stappen op het JAP motorblok. Een divisie genaamd Orial TWN (Triumph Werke Nuremberg) wordt opgezet in Duitsland om daar motoren te produceren. Triumph verkoopt jaarlijks 500 motoren.
Nu het J.A. Prestwich blok wordt gebruikt wordt ook een derde model met het Fafnir blok gemaakt. 1905 is het jaar waarin de eerste geheel Britse motor is gemaakt. Deze is ontworpen door Schulte en Charles Hathaway, hoofd R&D. De motor wordt verkocht voor 45 pond. De gemiddelde snelheid was 48 tot 65 km/h. Er worden er vijf per week geproduceerd.

1905
1910: Albert Catt rijdt in zes dagen net meer dan 3000 kilometer met een Triumph Tourist Trophy Roadster.
Na 1907 worden er meer dan duizend motoren per jaar gemaakt met een nieuwe 450 cc motorblok. Triumph coureurs Jack Marshall en Freddie Hulbert worden tweede en derde in de eerste TT motorrace van de Isle of Man. Matchless eindigt eerste. In 1910 verdubbelt de line-up met twee nieuwe modellen waarvan een 499 cc TT model met magneetontsteking, een batterij-onsteking niet eens optioneel. Albert Catt rijdt in zes dagen net meer dan 3000 kilometer met een Triumph Tourist Trophy Roadster.
In 1919 verlaat Maurice Schulte het bedrijf na een ruzie met Bettmann. Hij krijgt een genereuze gouden handdruk van 15000 pond mee. Schulte wilde zich niet langer alleen richtten op de tweewielers maar ook op de automobielen. Bettmann niet.

Triumph 1911
1925: Triumph Model P een kaskraker
Colonel Claude v. Holbrook neemt de plaats van Schulte in. Holbrook is het echter ook eens met Schulte's mening over de automobielbranche en begint al snel met het produceren van auto's.
Massa produktie van de 500 cc zijklepper Model 'P' met drie versnellingen en een kettingaandrijving voor minder dan 42,50 pond! Dat was de prijs van de in 1925 gelanceerde kaskraker. Deze werd met een duizendtal per week geproduceerd. Door de overbelasting in capaciteit werd de kwaliteit snel minder wat de reputatie van Triumph geen goed deed. Dit werd een beetje goedgemaakt door na het produceren van twintigduizend stuks de Mark II, de verbeterde versie, ter vervanging ten tonele te laten verschijnen.
De markt is ondertussen uitgebreid naar tien landen en leunt zwaar op de export. De concurrent Banshee verdwijnt en de eigenaar George Bell komt bij Triumph werken.

Triumph model P 1925
1928: Triumph bereikt de productiebovengrens van 30000 units per jaar.
In 1928 wordt Bettmann verkozen tot president van de British Cycle and Motorcycle Manufacturers and Traders Association. Het jaar daarna bereikt men de productiebovengrens van 30000 units per jaar. Het Duitse TWN wordt autonoom nadat de crash op Wall Street hier aanleiding toe geeft. TWN produceert nog verder tot 1957 en vervaardigt ook typemachines met het Triumph logo. In 1936 komt het moederbedrijf in de financiële problemen en grootste geldschieter Lloyd Bank maakt hem vice-president en zet op zijn plek ene Mr. Graham. In 1932 wordt de fietsfabriek verkocht. Triumph doet deze dagen ook enorm veel in automobielen waardoor ook de motorfietstak wat prijst moest geven in aandacht.

1929 Triumph OHC Prototype
1933: Eencilinder in plaats van verticale twin
In 1933 komt men met een nieuwe range ééncilinders die ontworpen zijn door Val Page. Zijn paradepaardje is een 25 pk motorfiets verticale twin die eigenlijk voor de zijspanmarkt was ontworpen. De andere producenten produceerden alleen maar V-Twins. Door deze aanpak bespaarde Val een mooie som geld door minder uit te hoeven geven aan bling-bling voor op bijvoorbeeld een v-twin. En dat vertaalde zich in een gunstige marktprijs.

1933 Triumph eencilinder
1937: Triumph 500 cc Speed Twin
De activiteiten in de auto's en die van de motoren worden gescheiden in 1936. Ariel eigenaar John Young ('Jack' maar door insiders 'JS' genoemd) Sangster koopt de fabriek in Priory Street (motoren) voor 5000 pond en verlaagt de lonen per direkt. Hij veranderd de naam in Truimph Engineering Company. Sangster stelt een designer van Ariel, de 35 jarige Edward Turner, aan als General Manager. Daarna vraagt hij Bettmann om zitting te nemen in het bestuur, met name om zijn reputatie en netwerk. Val Page vindt werk bij BSA nadat hij voor de overname ontslag had genomen.
Turner schudt het leveringsprogramma een goed door elkaar en houdt dan de Tiger 70, 80 en 90 over. Hij voegt vervolgens gepolijste afwerkdeksels toe, komt met nieuwe verfdesigns, omhooglopende uitlaten, enkeltube frames en chromen brandstoftanks. In 1937 ontwerpt men de 500cc Speed Twin. Deze verlaat de dealers voor 75 pond en verovert daarmee de markt. Daarna wordt het originele pand aan Much Park Street verkocht. Dat jaar rolt ook de laatste Tiger 90 van de band en kondigt men de Tiger 100 aan.

triumph speed twin
1940: Triumph levert aan Engeland en Frankrijk
De Tweede Wereldoorlog breekt uit en in zes weken worden 1400 Triumphs gereconditioneerd naar gebruik voor oorlogsdoeleinden. In januari 1940 reduceert het Engelse ministerie de vraag naar productie zodat Triumph de civiele en export markt weer kan bedienen. In maart sluit de Franse regering een deal en koopt de 500cc zijklepper van Triumph. In mei roept de Britse regering de civiele productie wederom een halt toe en medio juli produceert men 300 militaire voertuigen per week. In dat jaar wordt ook een deel van de productie weggebombardeerd aan Priory Street.

Triumph Militairy
1945: Triumph tijdens de oorlogsjaren
Sangster verkoopt Ariel aan BSA. De productie wordt verder in gang gezet in Warwick. Ook start de bouw van een nieuwe assemblagehal in Meriden, een nu beter gelegen handelscentrum. Men start ook met het produceren van vliegtuigmotoren en is zelfs één van de betere aan het eind van de oorlog. Turner verlaat Triumph na een knallende ruzie met Sangster en gaat bij BSA werken. Bert Hopwood neemt zijn plaats in en werkt verder aan een nieuwe zijklepper als concurrent voor de militaire BSA. Deze ging echter nooit in productie. Laat-1943 komt Turner terug naar het bedrijf op verzoek van Sangster. In totaal werden in de oorlogsjaren 50.000 motoren geproduceerd.

Triumph ww2
1948: Trophy gewonnen met aggregaatmotor
De TR5 Trophy, Triumph s eerste trailmotor, wordt geïntroduceerd en scoort tijdens de internationale Zesdaagse. Leuk detail: De naam Trophy werd aan de motor gegeven na het winnen van deze Zesdaagse. Het motorblok werd origineel door Triumph gebouwd voor de aggregaten in de Tweede Wereldoorlog. Het had aluminium cilinderkoppen en was licht en sterk. De daaropvolgende vier jaar won men alle races.

Triumph Trophy TR 5


1949: Triumph: tukkie in Thunderbird Motel
De 650 cc Thunderbird 6T (ontworpen door Turner maar aangepast naar een werkbare machine door zijn tekenbord guru, Jack Wickes) werd gelanceerd op 20 september 1949 tijdens een race-demonstratie over 500 miles. Daarbij werd met een snelheid van 145 km/uur gereden. Ofschoon het een opgeboorde Speed Twin betrof werd de 6T ontworpen om aan de buitenlandse (voornamelijk Amerikaanse) vraag te kunnen voldoen. Deze motoren behaalden een snelheid van zo'n 161 km / uur. De Thunderbird word al snel de favoriet van de bereden politie wereldwijd.De naam Thunderbird werd overigens bedacht door Turner tijdens zijn reis door Amerika. Daarbij verbleef hij in het Thunderbird Motel in South Carolina.

Triumph Thunderbird 6T

1956: Triumph wint de 500-mile endurance race in Thruxton
Na een machtsstrijd in de top van het moederbedrijf in 1956 wordt Jack Sangster directeur van de BSA group en stoot daarmee Bernard Docker uit het zadel. Hij wijst Turner aan als zijn chief executive automobile division waar Triumph, BSA en Ariel onder vallen.
John Allen rijdt in datzelfde jaar met 345 km/u een record op Bonneville. Echter,de FIM (Federation Internationale Motorcycliste) wijst op een mogelijke technische afwijking op de meetinstrumenten en negeert het wereldrecord. Triumph neemt daarop juridische stappen maar deze leiden tot niets. Mike Hailwood en Dan Shorey winnen in 1958 de 500-mile endurance race in Thruxton op een T110.

Triumph T110 Mike Hailwood

1960: Triumph onder de indruk van Japanners
In 1960 reist Edward Turner langs Honda, Suzuki en Yamaha fabrieken in Japan en is behoorlijk onder de indruk van de omvang van de Japanse produktie; Japanse bedrijven produceren op dat moment meer dan 500.000 motorfietsen per jaar. Dit in vergelijking tot de 140.000 Britse motoren. Honda alleen al produceerde 1000 lichtgewicht motorfietsen per dag terwijl de Britten in staat waren dit per week te produceren.

triumph 5gta speed twin
1965: Accountants i.p.v. dealers en distributeurs.
De BSA Group huurt in 1965 consultants McKinsey & Company in om de structuren om BSA en Triumph in kaart te brengen en zodoende de productielijnen en gerelateerde processen te stroomlijnen. Het rapport geeft ook een overzicht van de situatie in Amerika, de grootste afzetmarkt van Triumph met 60%. Het resultaat geeft een advies tot integratie van de beide merken. Eric Turner besluit dat de verkoopdoelen niet in elkaars lijn liggen en legt het advies naast zich neer. Vanaf dat moment laat hij zich volledig leiden door zijn accountants voor wat betreft het stellen van doelen in plaats van het betrekken van advies vanuit dealers en distributeurs.

Triumph 1965
1970: Zestien nieuwe modellen uitgebracht
Triumph en BSA houden een daadkrachtige campagne in 1970 voor de lancering van een nieuwe productielijn; zestien motoren in totaal. Ten nadele van de brede aanpak is de vertraging die optreed aangaande de levering. Om aan de consumentvraag te blijven voldoen worden er T100's en Bonnies in een hoog tempo in elkaar gezet waardoor de kwaliteit enorm schommelde. Ook kwam de aanlevering van de assemblagedelen in de problemen tot op het punt dat er zelfs drie maanden werd gestopt om zich te richten op de fabricage van motoronderdelen. Doordat het systeem bij Triumph wel vrolijk orders bleef aanvragen liep het verlies op tot tweeëntwintig miljoen pond.

Triumph Trident

1972: BSA Group Triumph sluit de deuren
De BSA Group heeft een oplopende schuld van 3,3 miljoen pond. Het bedrijf besluit in 1972 dan ook om het personeelsbestand te reduceren van 3.000 werknemers naar 1.000 door samenvoeging van productielijnen.
Turner overlijdt en Poore, ook redder in 1960, neemt de plaats over. Zonder waarschuwing kondigt hij in september 1974 de sluiting van de fabriek in Meriden aan. Omdat er van de 4500 arbeidsplaatsen er 3000 al direct verdwijnen en ook hun product in handen van een concurrerende firma dreigt te vallen houdt het personeel een staking. Hierop wordt direct de fabriek gesloten. Poore overweegt ook om de naam Triumph op de goedkopere Norton modellen te voeren.

De Britse regering werd er bij betrokken. Het bedrijf werd verkocht aan Mangaan Bronze Holdings, dat ook eigenaar is van Norton, AJS, Matchless, Francis-Barnett, James-Velocette en Villiers.

Triumph failliet 10072
1977: Silver Jubilee T140J: Jubileum model Queen Elisabeth
Na een jarenlang getouwtrek in 1977 om de rechten van Triumph motoren worden deze verkocht aan de Meriden Cooperative door NVT (Norton Villiers Triumph). NVT is bankroet. De gelimiteerde oplage Silver Jubilee T140J is geproduceerd ter gelegenheid van Koningin Elizabeth's 25 jaren op de troon. De Silver Jubilee is een T140 Bonnie waarvan er 1000 naar de UK, 1000 naar de US en ongeveer 400 gereed gemaakt worden voor export.

Triumph Jubileum T140J
1983: Opnieuw Triumph failliet.
De Meriden schuld bereikt in 1980 de 2 miljoen pond. In oktober scheld de Britse regering Triumph een schuld kwijt van 8,4 miljoen pond maar laat een schuld openstaan van nog een twee miljoen pond aan de Britain's Export Credit Guarantee Dept. Triumph gaat in de volgende jaren met verschillende modellen experimenteren maar de schulden zijn niet meer weg te werken. De productie van de Bonneville werd gestaakt in 1983 doordat het bedrijf in de herfst failliet raakt.
In hetzelfde jaar flirt de pennyloze firma met een overname van de Hesketh motorfiets. Sterker nog, men neemt een Hesketh model en verkoopt deze met Triumph emblemen erop.

Hesketh Triumph
1988: Paar jaar Bonneville's door onroerend goede ondernemer
John Bloor, een 53 jarige rijke Engelsman die zijn geld verdiend had met onroerend goed en geen enkel belang heeft in motorfietsen had op dat moment, is geïnteresseerd in de Meriden fabriek. Hij redt daarbij Triumph door de naam en productierechten te kopen. Deze waren anders in Indiase handen gevallen. Enfield India bood eerder al 55.000 pond.
Bloor gaf Les Harris, van Racing Spares in Newton Abbott, Devon, de opdracht om in kleine hoeveelheden Bonneville's te produceren. Dit gebeurde nog tot 1988 maar door betrouwbaarheidsproblemen staakte men toen de werkzaamheden.

triumph bonneville tsx
1990: Triumph herleeft!
In 1989 heeft John Bloor alle nieuwe productielijnen aangekocht voor Triumph en start twee kilometer van het oude gebouw af een nieuwe fabriek. De financiering hiervan, geschat tussen de 40 tot 80 miljoen pond komen rechtstreeks uit de middelen van John Bloor zelf, zonder tussenkomst van een bank. Bloor start direct met het opzetten van een dealernetwerk.
Triumph lives again. Op de Cologne Motor Cycle Show worden zes nieuwe modellen geïntroduceerd. Voortbewogen door drie- en viercilinder DOHC motorblokken met veel vermogen en koppel en allen vloeistofgekoeld; de Trident 750 en 900, de Trophy 900 en 1200 en de Daytona 750 en 1000.
2.390 machines worden dat jaar verkocht waarvan 974 in Engeland.

triumph trident 1990

1992: Triumph pakt door
In 1992 verlaat de 5.000e motorfiets de fabriek. General Motors start een procedure op omtrent de naam "Bonneville" maar de advocaten sluiten een deal in naam van beide bedrijven. De Daytona 1200 wordt voorgesteld aan het publiek op de NEC show in Birmingham waarbij men een vermogen aangeeft van 147 pk, hoger dan toegestaan op de Britse wegen.
In de jaren die volgen timmert Triumph enorm aan de weg. Men introduceert sterke modellen, opent een 400.000 m2 grote productie-unit in Canada en verovert vele harten door gedurfd de Thunderbird aan te bieden. De caferacer Speed Triple, de snelle Daytona 900, de Tiger met zijn kunststof brandstoftank maar ook de Trophy, Adventurer en de Sprint.

Triumph Daytona 900 1992

1997: Reis om de wereld
In juni 1997 zet Nick Sanders, 39 jaar oud, een nieuw wereldrecord op zijn naam door een reis om de wereld af te leggen in 31 dagen en 21 uur, rijdend op een Daytona 900. De reis voerde hem over vier continenten en besloeg 18.000 miles.

Record Triumph
1999: TT600, Sprint ST en Tiger, met de T van Triumph
Triumph komt in 1999 met de prachtige Sprint ST en met een opgetopte Tiger. Triumph komt ook met een 600cc sport bike, de TT600. Een uitstekende motor maar in een goedgevulde markt met veel 600cc Japanse modellen.

Triumph Sprint ST
2001: Bonneville in twee gesplitst
In het nieuwe millenium zijn er van de oude perikelen niets te merken. De rijke historie die Triumph heeft maken het een sterk merk waarbij de nieuwe motorenlijn voor elk wat wils bied en daarbij elk model karakteristiek Triumph is. De nieuwe 955 blokken worden gemonteerd in de Tiger en Sprint terwijl de Daytona een upgrade ondergaat. De Bonneville word zelfs in twee subtypes gesplitst namelijk de T100 en de Bonneville America.

Triumph Bonneville America

2003: Sportieve Speedmaster en ruige Rocket
In 2003 kondigt men de Speedmaster aan, een sportievere versie van de Bonneville America. Ook kreeg men de handen op elkaar voor de brute Rocket III die zelfs standaard in verschillende printen en kleuren was te krijgen.

Triumph Rocket III
2006: Triumph introduceert de Daytona 675
Triumph introduceert de Daytona 675. De Daytona werd drie jaar op rij "Motorfiets van het Jaar" in verschillende tijdschriften wereldwijd.

Triumph Daytona 675
2007: Best verkochte motorfietsmerk
Met aan de leiding de eeuwige favorieten Speedmaster en America cruisers, evenals de iconische Bonneville en bekroonde Daytona 675 supersport is Triumph is het best verkochte motorfietsmerk in Australië.

Triumph Speedmaster
2008: Omzetten van twins naar injectie
Vanwege de wereldwijde emissie regelgeving worden alle parallele-twin motoren gefaseerd omgezet naar brandstofinspuiting in plaats van vulling met carburateurs.

Triumph Tiger
2009: Bonneville 50 jaar.
Triumph herdenkt de 50ste verjaardag van de Bonneville met een speciaal jubileum model. Slechts 650 van deze motoren worden gebouwd in overeenstemming met de cilinderinhoud van de oorspronkelijke Bonneville in 1959). Triumph brengt hun nieuwste creatie van de Thunderbird (als een 2010 model),  een 1600 cc parallel twin cruiser.

triumph bonneville 50th anniversary
2011: Introductie van de Triumph Tiger 800 XC
Triumph herontwerpt de Speedmaster en de Amerika modellen waardoor ze volledig aparte modellen worden. Het frame en de motor zijn nu alleen nog de enige gemeenschappelijke elementen. Triumph introduceert de Tiger 800 en Tiger 800XC.

triumph Tiger 800 XC
2012: Triumph introduceert drie nieuwe motoren in 2012
Na een uiterst succesvol jaar met recordverkopen in 2011, zal Triumph Motorcycles haar 110e verjaardag in 2012 in stijl vieren met de sterkste line-up ooit, versterkt door drie nieuwe modellen die officieel op 8 november 2011zullen worden onthuld tijdens de EICMA motorbeurs in Milaan. Gloednieuw in 2012 is de Tiger Explorer, het onbetwiste vlaggenschip voor het Triumph Adventure assortiment.
Na het succes van de opgewaardeerde versies van de Street Triple en de Daytona 675, komt er nu ook een premium versie van de iconische Speed ​​Triple; de Speed ​​Triple R.
Triumph heeft de krachten gebundeld met de beheerders van het nalatenschap van Hollywood-icoon Steve McQueen. Direct gevolg hiervan is een ​​limited edition motorfiets, die eer betoont aan de voorliefde van de legendarische acteur voor de producten van het Britse merk. Er zullen wereldwijd maar 1100 exemplaren van deze, op de klassieke Bonneville T100 gebaseerde, Steve McQueen Edition worden verkocht.

triumph tiger explorer


2014: Triumph Modern Classics van modeljaar 2014 met een nieuwe look
Triumph, het best verkopende Britse motorfietsmerk, gaat 'back to the future' met zijn Bonneville, Thruxton en Scrambler. Dit door in het oog springende nieuwe kleurenschema's, verbeterd geluid en nog indrukwekkendere rijsensaties voor de legendarische Classics. De in het Britse Hinckley gevestigde fabrikant geeft zo met de verbetering van het uiterlijk en de klank een verfrissende-update aan deze moderne klassiekers. De Bonneville 2014 Special Edition heeft een kleurstelling die geïnspireerd is door een van de laatste modellen die in 1982 in de legendarische fabriek in Meriden van de lijn liep: de T140w TSS.

Triumph Bonneville Special Edition


Een stukje historie: APRILIA in 2003 - De geliefde Tuono wordt in dit jaar uitgebracht. In feite een RSV Mille met in motorcross-stijl een hoog stuur en een klein kuipje. Wereldkampioen in 2003 wordt Poggiali in de 125cc klasse. Aan het einde van het seizoen verlaat Aprilia het dure en onproductieve MotoGP project om opnieuw de aandacht te vestigen op de lichtere klassen
© 2000 - 2024 Motoroccasion